Leonard Peter Brink Video
compositore
- Stati Uniti
Ultimo aggiornamento
2024-05-05
Aggiorna
Othmar Mága Alban Berg Nürnberger Symphoniker 2019
Provided to YouTube by Warner Music Group - X5 Music Group Lulu Suite: I. Rondo (Andante e Hymne) · Othmar Mága, Eva Brink & Nürnberger Symphoniker 20th Century Classics ℗ 2019 Warner Music Group - X5 Music Group Released on: 2019-04-12 Soloist: Eva Brink Orchestra: Nürnberger Symphoniker Conductor: Othmar Mága Composer: Alban Berg Auto-generated by YouTube.
Cuypers Mozes Een Suys Johannes Petrus Groot Alphonse Mailly Camille Saint Saëns Charles Marie Widor Saint Sulpice 1772 1837 1841 1871 1878 1887 1954 1977 1980 1985 1989 1993 1994
High key in F Major with organ Tenor solo St Antonius RK Kerk Amsterdam De Mozes en Aäronkerk, officieel gewijd aan de heilige Antonius van Padua, is een rooms-katholieke kerk aan het Waterlooplein te Amsterdam, gebouwd in de periode 1837/1841 naar het ontwerp van architect T.F. Suys. De kerk werd op 26 oktober 1841 in gebruik genomen. Het kerkgebouw heeft het aanzien van een Grieks tempelfront. De twee houten torens zijn geïnspireerd op de Saint Sulpice in Parijs. De pastorie aan de rechterkant verdween in de jaren '60 van de vorige eeuw bij de aanleg van het Meester Vissperlein en de toegang tot de IJtunnel. Adema/Philbert-orgel (1871) Na de bouw in 1841 van een grote kerk voor de Rooms Katholieke gemeente aan het Amsterdamse Waterlooplein werd het oude orgel uit de schuilkerk, gebouwd in 1772 door Johannes Petrus Hilgers, in dit gebouw geplaatst, na wijzigingen door Leonard van der Brink. In 1871 voltooiden de gebroeders Adema een groot frans-georiënteerd orgel. Van het oude orgel werden zes stemmen (deels) opnieuw gebruikt. Als adviseur bij de bouw trad de franse vice-consul Charles-Marie Philbert op. Op 30 april 1871 speelde Alphonse Mailly uit Brussel het inwijdingsconcert. Op het orgel speelden later ook Camille Saint-Saëns en Charles-Marie Widor. In 1878 verving men een deel van de tongwerken door pijpwerk van Franse makelij. In 1887 voerde Philbert een uitbreiding uit met vier stemmen. Ook werden in dat jaar de beide zijvelden aan het front gemaakt. In 1954 voegde Hubert Schreurs de Cymbale toe. In 1977 maakten de gebroeders Schreurs het instrument weer bespeelbaar, nadat het al enkele jaren in slechte staat verkeerd had. Rond 1980 bleek echter dat de situatie ernstiger was dan gedacht. De mechanieken en windladen waren erg slecht, en nog maar enkele registers waren goed bruikbaar. Onder advies van Jan Jongepier en organist Jan Raas werd in 1985 een restauratieplan gemaakt. De firma Flentrop kreeg de opdracht, en eind 1989 werd met het werk begonnen. Na inventarisatie van alle problemen en daarmee gerelateerde werkzaamheden startte de restauratie op 1 februari 1993. Bij de restauratie is alles hersteld, met de situatie van 1878 als uitgangspunt. De Cymbale uit 1954 is verwijderd. De toetsomvang van de manualen is met twee halve tonen vergroot tot g'''. Verder is de toonhoogte enigszins verhoogd. Op 7 oktober 1994 is het instrument weer in gebruik genomen.
Jan Ingenhoven Brandts Buys Mottl 1876 1909 1912 1913 1916 1917 1918 1920 1930 1951
Jan Ingenhoven +••.••(...)) Sonate : voor A-klarinet en piano +••.••(...)) Frans van Ruth, piano Frank van den Brink, clarinet Jan Ingenhoven was a Dutch composer and conductor. He studied with Brandts Buys in Rotterdam and later with Mottl in Munich, where he conducted the Munich Madrigal Society from 1909 to 1912. This was a famous ensemble of soloists which made many concert tours under his direction. By conducting the Munich Orchestra Association and organizing music festivals he introduced a great deal of contemporary Dutch and French music into Germany. In 1913 Ingenhoven retired as a performing artist to devote himself primarily to composition. During World War I he resided in Switzerland and Paris. After 1930 he retired as a composer and returned to the Netherlands. Ingenhoven's preferred genres changed over time. During his first period in Munich he wrote orchestral works alongside pieces for chorus, vocal quartet and solo voice; before World War I he devoted himself to string quartets and from then until 1918 he composed chamber music for various trio combinations. In the years around 1920 he wrote the sonatas for violin and for cello and the final period was taken up with works for solo instruments within small ensembles. Ingenhoven inherited certain stylistic elements from 16th-century music. His early works were always conceived polyphonically. Paired duets, imitation and polyrhythm are outstanding characteristics, especially in the vocal works from the Munich period. His song 'Nous n'irons plus au bois' (1909) from the 4 quatuors à voix mixtes, which Ingenhoven claimed to be the first atonal vocal work by a Dutch composer, is a brilliant example of this style. In the chamber works Ingenhoven's style became even more exclusive through a combination of the polyphonic elements and a new homophonic approach, with tonally indefinite chords, subtle dynamics and delicate timbre. He devised cantilena-like melodies, quasi-improvised as if he wanted to create Jugendstil in music. Although he used cellular motivic technique, the structure of his works always tends towards symmetry.
o
- cronologia: Compositori (Nord America).
- Indici (per ordine alfabetico): B...